Een brood gemaakt van witte bloem en roggebloem. Het desembrood onderscheid zich van andere broden doordat de bakker (bijna) geen gist toevoegt maar een moederdeeg. Dit is een papje van meel of bloem met water dat de bakker uren, soms dagen laat rijzen. In dat desempapje doen de melkzuurbacteriën en natuurlijke gisten vanzelf hun werk. Door het deeg steeds te vullen met bloem en water, komt de bakker tot de ideale verhouding voor het bakken van desembrood.
Na 48 tot 72 uur is het een desempap en kan het gebruikt worden. De desempap wordt aan het deeg toegevoegd in plaats van gist. Desembrood heeft een volle, stevige en bijna ouderwetse broodsmaak. Het brood is lekker mals en heeft een knapperige korst.